Een zorgpad is eigenlijk de ‘reis’ die de patiënt maakt. Het beschrijft de opeenvolgende stappen, beslismomenten en criteria in het zorgproces voor een patiëntengroep met een specifieke zorgvraag. Het gaat dus om een overzicht van alle activiteiten binnen het zorgpad die daadwerkelijk voor de (medische) conditie (kunnen) plaatsvinden. Kijk hierbij naar het zorgpad dat de patiënt daadwerkelijk doorloopt waar het multidisciplinaire team verantwoordelijk voor is. In de eerste lijn gaat het vaker om activiteiten die relatief meer welzijn- en preventiegericht zijn. In de tweede en de derde lijn ligt het accent meer op zorgactiviteiten. Zorgpaden worden momenteel wereldwijd gebruikt als procesbeheersing methode voor tal van ziektebeelden.
Er zijn diverse methoden om een zorgpad in kaart te brengen. We zetten er even drie op een rijtje:
- De zorgpaden 7-fasen methodiek van het Netwerk Klinische Paden. Dit is een methode die multidisciplinaire teams ondersteunt in de ontwikkeling, implementatie, evaluatie en continue opvolging van de organisatie van een zorgproces. Veel zorgorganisaties gebruiken deze methode voor het beschrijven van hun zorgpad. Lees meer.
- Metro Mapping. Dit is ook een handige tool om het zorgpad in kaart te brengen. Hiermee breng je het zorgpad in kaart met de servicedesign methode. Metro mapping biedt informatie en overzicht over de samenwerking tussen de betrokkenen. Ook geeft het inzicht in de omgeving waar de zorg plaatsvindt. De makers bieden de toolbox gratis aan voor ziekenhuizen om hun zorgpaden vorm te geven. Lees meer.
- De ‘Care Delivery Value Chain’. Bij deze methode om het zorgpad in beeld te krijgen wordt onderscheid gemaakt in zes fasen van zorg/ziekte:
- Monitoren en voorkomen van ziekte (bijvoorbeeld voedingssuppletie)
- Diagnostiek
- Voorbereiding (bijvoorbeeld optrainen/fysiek fitter maken van een patiënt voor een operatie)
- Interventie (bijvoorbeeld opereren)
- Herstel en revalidatie
- Monitoring en management (bijvoorbeeld pijnmanagement)
Van beneden naar boven beschrijf je allereerst welke zorgactiviteiten er daadwerkelijk plaatsvinden. Vervolgens leg je vast waar deze zorgactiviteiten plaatsvinden, bijvoorbeeld op de poli, in het laboratorium, etc. Ook beschrijf je wat/hoe er wordt gemeten, bijvoorbeeld MRI, bloedonderzoek, etc. Tot slot vul je in hoe de patiënt wordt geïnformeerd en betrokken bij haar/zijn zorg. Denk hierbij aan opleiding van patiënt in haar/zijn ziekte, optrainingsprogramma’s voorafgaand aan een operatie, etc.
N.B. De CDVC is primair opgesteld voor (medische) condities die te genezen zijn. Met een paar aanpassingen is het model ook goed te gebruiken voor chronische condities. De fasen zijn dan meer iteratief van aard.
→Dowload afbeelding