Bij het ontwikkelen van een dashboard bepaal je het doel en de gebruiker/doelgroep. Een dashboard kan bedoeld zijn voor een (multidisciplinair) behandelteam, een specifieke afdeling of de hele organisatie. Het dashboard kan bijvoorbeeld bestemd zijn voor een manager, leden van de raad van bestuur, zorgverlener, patiënt of patiënt én zorgverlener.
We onderscheiden twee verschillende soorten dashboards.
Samen beslissen
Het dashboard kan gericht zijn op het maken van keuzes voor een individu. Denk aan het bepalen van de behandeling door patiënt en arts samen op basis van een persoonlijk profiel en informatie van groepen patiënten die lijken op het individu. Het dashboard kan ook bestemd zijn voor het monitoren van de patiënt in de spreekkamer of door het behandelteam. In beide gevallen vult de patiënt vooraf in hoe het met hem of haar gaat. Denk aan informatie over vermoeidheid, pijn, gevoelens van angst of neerslachtigheid en problemen met participatie. In het dashboard zit dan ook informatie van de zorgverlener over bijvoorbeeld bloedwaarden, bijwerkingen van medicijnen en of een hartfilmpje. Deze persoonlijke gegevens worden eventueel aangevuld met groepsdata als referentiewaarden. Omdat deze informatie in één oogopslag zichtbaar is, kan het goede gesprek tussen patiënt en zorgverlener gevoerd worden. En uiteraard de meest passende zorg worden gegeven.
Leren en verbeteren
Het dashboard kan ook gericht zijn op het bevorderen van de kwaliteit van zorg in het algemeen. De gebruiker kan dan een afdeling of een instelling zijn. Dan toont het dashboard geen individuele scores van patiënten, maar geeft het groepsgemiddelden weer. Relevante informatie heeft dan vaak betrekking of structuren en processen. Denk daarbij aan doorlooptijden, wachttijden en complicaties. Patiëntervaringen worden soms ook meegenomen. Deze informatie kan onder andere gebruikt worden om van te leren en de zorg te verbeteren.
Ga door naar: de Checklist