‘Het móet om de patiënt gaan’, aldus Linetta Koppert, oncologisch chirurg bij het Academisch Borstkankercentrum Erasmus MC. ‘Dit besef heeft mijn hele manier van chirurg zijn totaal veranderd. Stel je toch voor dat je in de spreekkamer tegenover een jonge vrouw zit en haar moet vertellen dat ze borstkanker heeft. Voor die vrouw is er een leven voor die dag, en een leven na die dag. En in de staat van totale onzekerheid, verslagenheid en reddeloosheid die volgt, wil ik proberen houvast en perspectief te schetsen. De gesprekken die volgen moeten gaan over alle aspecten die er voor haar toedoen inclusief kwaliteit van leven: relationeel, emotioneel, werkgerelateerd, etc. Daarbij maak ik met mijn team dankbaar gebruik van patient-gerapporteerde uitkomsten en (ver)volg die in de tijd. Soms word ik jaren later ineens voorgesteld aan een partner die meekomt naar de spreekkamer of ontvang ik een geboortekaartje in mijn postvak. Dat vind ik zo mooi. Dat bewijs dat haar leven verder is gegaan.
Beste behandelplan
Dat perspectief zou ik het liefst al mijn patiënten schetsen. Daarom ben ik bijna de hele dag bezig met kwaliteit van leven. Het is namelijk zó ontzettend belangrijk. Dus wanneer ik tegenwoordig een vrouw met haar diagnose borstkanker confronteer, dan gaat dat gesprek vooral over het effect van alles wat wij het komende jaar gaan doen op haar leven. Is er misschien een kinderwens, of nog een kinderwens? Hoe gaat het met je relatie als je met je partner zo’n zwaar traject ingaat? Welk effect heeft het feit dat je borsten er anders uit gaan zien op seksualiteit en intimiteit? Aan de hand van die antwoorden kunnen we het beste behandelplan opstellen. Deze manier van zorg verlenen is zo ontzettend waardevol voor de patiënt. En zelf word ik er ook veel enthousiaster van.
Samen met patiënt
Door dat enthousiasme, ben ik in de regio ook op zoek gegaan naar partners. Nu zitten we met negen ziekenhuizen om tafel. We meten al een aantal jaar uitkomsten inclusief kwaliteit van leven, leren van elkaar en proberen te duiden wat we zien. Ook in Europees verband implementeren we waardegedreven zorg binnen een samenwerkingsverband van negen academische ziekenhuizen (EUHA). Zo werd ik onlangs gevraagd voor een Europees webinar en dan zeg ik direct: ‘Dan neem ik graag een patiënt mee.’ Dan zitten we daar samen en zo hoort het. Het is háár verhaal. En ik ondersteun haar alleen maar.
Cultuur van ‘vis op tafel’
Het liefste doe ik al deze dingen en werk ik samen met anderen die ook enthousiast zijn en worden van waardegedreven zorg. Maar dat lukt niet altijd. Soms is de cultuur gewoon heel hard. Ik heb geleerd om juist bij weerstand iedere keer terug te gaan naar het uitgangspunt dat we het allemaal doen met en voor de patiënt. Dat de patiënt op mij en mijn team kan rekenen. En dan heb je het gelijk over cultuur. Want hoe ga je om met je collega’s en andersom? Durven we elkaar aan te spreken en feedback te geven? Ook over de dingen die niet zo makkelijk terug te geven zijn? Het is eng om je kwetsbaar op te stellen in een team. Maar o zo nodig. Dit zijn echt de essentiële dingen. Wat kan helpen is samen reflecteren op een moeilijke casus. Wat ging goed en wat kon beter? Maar soms is het ook gewoon nodig om de ‘vis op tafel te leggen’. Want een vis onder tafel gaat stinken.’
Zie voor meer informatie:
Sinds januari 2021 heeft het St. Antonius een nieuwe traumageriatrische afdeling waar de zorg helemaal is ingericht op de oudere, kwetsbare patiënt. Zowel qua zorgverlening als bouwtechnisch.
Volgens een van de betrokkenen is het juist bij deze patiëntengroep goed om naar de mens áchter de aandoening te kijken. ‘Deze patiënten hebben een relatief hoog risico op postoperatieve complicaties. Alles op de afdeling draagt eraan bij dat deze mensen het ziekenhuis weer zo gezond, fit en zelfredzaam mogelijk verlaten. Het eetkamerproject draagt daar bijvoorbeeld aan bij. We vinden het belangrijk dat patiënten die dat kunnen samen met de zorgverleners lunchen in een soort huiskamer. Aansterken in een prettige omgeving helpt gewoon. Ook doen we er alles aan om het dag- en nachtritme te versterken. Binnen onze traumageriatrische afdeling werken alle disciplines samen in een multidisciplinair team: chirurgen, traumachirurgen, traumaorthopeden, ouderengeneeskundigen, fysiotherapeuten, diëtisten, ergotherapeuten en verpleegkundigen. Iedereen is hier zeer enthousiast over. In de eerste plaats omdat het betere zorg oplevert voor de patiënt. Door de holistische en multidisciplinaire benadering, betere opvang en intensieve begeleiding kan de sterfte van de patiëntengroep met een derde worden verminderd. Ook hebben mensen minder complicaties en is de doorstroming naar bijvoorbeeld het verpleeghuis beter. En daarnaast zijn we ook heel blij met deze nieuwe aanpak omdat we onderling beter en met meer plezier samenwerken.’
Zie voor meer informatie: