Teresa begon haar loopbaan in de zorg als projectleider veranderaanpak bij het programma Uitkomstgerichte zorg. “Ik wilde benadrukken dat we het gesprek over overtuigingen op niveau moeten voeren. We moeten in beeld brengen welke keuzes er fundamenteel gemaakt dienen te worden. In dat kader maakte ik destijds een digitale tekening, die meeging naar het ICHOM-congres in Washington in 2017 waar ook het Linnean Initiatief geboren werd. Het is mooi om te zien dat er toen mensen zijn opgestaan. Niet meer lijdzaam toezien en wachten, maar met handvatten aan de slag gaan.”
Zorgzandbak voor innovaties
Die mindset nam Teresa mee in haar volgende opdracht - vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) voor het Zorginstituut: het versterken van innovatorens in de zorg. “Er is een scala aan technologieën, applicaties en allerlei softwaremogelijkheden beschikbaar. Tegelijkertijd leek het innoveren van de zorg met technologie en data een dood paard. Ondanks de vele regelingen en impulsprogramma’s die er voor technologie in de zorg waren, kwam opschaling van goede voorbeelden maar niet van de grond. In 2020 kwam Corona. We kwamen in een setting terecht, waarin innovaties gericht op communicatie tussen arts en patiënt - denk aan beeldbellen en mailen via bepaalde omgevingen soms nog de enige haalbare zorg was. Maar niet alleen op het vlak van communicatie is verandering gaande, ook op andere gebieden wordt de zorg compleet herontworpen met in het achterhoofd: wat moet fysiek, wat willen we digitaal? Voor wie is het verstandig, maar ook: hoe gebruik je die digitale mogelijkheden voor de preventiekant? Daar zijn mooie dingen uitgerold. We wilden onze geleerde lessen uit de crisis omzetten naar iets positiefs; we wilden doorpakken. Midden in de coronacrisis hebben er bestuurlijke gesprekken plaatsgevonden om te kijken hoe die vernieuwing fundamenteler ondersteund kan worden, met als resultaat de Zorgzandbak.”
De Zorgzandbak als leeromgeving
Technologie is here to stay, is de gedachtegang onderliggend aan de Zorgzandbak. Daarin is de rol van de burger groot. “Onze samenleving wordt een informatiesamenleving genoemd. Mensen gebruiken hun telefoon voor alles. Informatietoepassingen gaan niet meer weg: we hebben wearables waar we vanalles mee kunnen, zoals het meten van bloeddruk en bloedsuiker. De technologie ligt er. Hoe gaan we die toepassingen inzetten en op welke manier is het goed en verantwoord? Komen onze gegevens niet op straat te liggen? Die vragen hebben we met de Zorgzandbak gesteld en beantwoord. De Zorgzandbank diende daarin ook als leeromgeving voor de autoriteiten die betrokken zijn bij zorg. Wat kun je als overheid oppakken vanuit de bestaande kaders en waar moeten die kaders anders? Ze zijn namelijk niet bedacht op de digitale vorm. We hebben in de afgelopen jaren een boel zeer ervaren innovators die vaak ook zorgprofessional zijn gesproken, ook over de obstakels die zij tegen zijn gekomen in hun weg naar de markt. Pilots die nog steeds niet regulier zijn door het systeem dat we met elkaar hebben gebouwd. Die voorbeelden laten vooral zien waar we het anders kunnen doen. Gelukkig staat digitale zorg of beter nog, hybride zorg, ook op de politieke agenda en is het een groot thema in het Integraal Zorgakkoord (IZA). Zonder digitaal is passende zorg niet mogelijk.”
Perspectief van de burger
Het perspectief van de burger staat in Passende zorg voorop. Hoe kijkt de burger naar het onderwerp digitalisering van zorg? “Uit onderzoek blijkt dat mensen graag naar digitaal willen als het gaat om de toegang tot goede informatie over hun gezondheid en behandeling: wat gaat er met mij gebeuren, wat zijn mijn opties, wat doe ik vooraf en achteraf? Dat vinden mensen belangrijk en daarin zit ook de brug naar wat mij betreft de opgave voor het Linnean Initiatief. De gelijkwaardigheid van zorggevers en -krijgers zit ‘m in die informatieverstrekking. Je kunt mensen laten googelen, maar er is zoveel mogelijk op het vlak van ondersteuning. Burgers achten zichzelf digivaardiger dan vaak wordt gezegd. In het kader van de Zorgzandbak hebben we burgerberaden gehouden met ook behoorlijk wat ouderen. Op de vraag of er behoefte is aan digitale zorg, krijg je aanvankelijk vaak als antwoord dat men er niet op zit te wachten - ‘ik loop wel naar de huisarts als ik iets nodig heb’. Als je doorvraagt blijkt dat die persoon tig apps op telefoons heeft en op andere gebieden - denk aan financiën - al heel veel digitaal doet. Een zorgapp waarmee je kunt communiceren met je arts is ook al digitale zorg, maar die koppeling wordt niet gemaakt. We hebben ten tijde van COVID gezien dat jonge, mentaal kwetsbare mensen opeens wel van allerlei voorzieningen gebruik gingen maken online. Kinderen in reguliere onderwijs die het minder goed deden, deden het in covid tijd het aanzienlijk beter. Dat hebben we toevalligerwijs ontdekt, maar zitten in het systeem ingebakken. Op dit moment zoeken we dit soort dingen beter uit: juist ook omdat passende zorg de burger centraal stelt en op passende manier wil laten gebruik maken van alles wat nodig is om impact digitaal.”
Een keuze hebben
Onderzoek van het Zorginstituut onder burgers wijst uit dat 90 procent zelf wil kunnen kiezen in welke vorm zij hun zorg krijgen. Dat betekent dat 9 op de 10 mensen kiest voor hybride zorg. Belangrijke drijfveren zijn daarbij het vertrouwen in overheid, in de verzekeraar en de huisarts, maar bijvoorbeeld ook factoren als de behoefte aan sociaal contact. “Die laatste is een enorme voorspeller voor het vooral willen ontvangen van fysieke zorg, of je nu jong of oud bent. Bij burgers die die behoefte niet hebben, is vooral digitaal contact hebben prima. De andere groep brengt ons op interessant terrein: wie neemt die rol op zich? Is de huisarts de beste persoon of is er iemand anders, wellicht in het sociaal domein? Een twijfelpunt dat over de gehele linie speelt is de zorg voor privacyschendingen, maar ook standaarddingen zoals de digitale inrichting van de applicaties. Daarop willen we verder puzzelen.”
Inzichten van de Zorgzandbak
De inzichten van de Zorgzandbak zijn gebundeld en worden deze zomer gedeeld. “We hebben onze inzichten in de vorm van een film in beeld gebracht. In die film komen de overheid, burgers en innovators aan het woord. We willen dat er besef ontstaat en het stokje overdragen: de Zorgzandbak is opgezet met als doel om het gesprek te openen, als zorgautoriteiten ook samen te leren welke rol wij in de verandering kunnen vervullen.
Eindrapport