De uitdaging is om zowel voor de hoogopgeleide professionals als voor de patiënt visualiseringen te ontwerpen die dat inzicht geven. Op diverse locaties in Nederland wordt hieraan gewerkt. Tijdens een bijeenkomst van het Linnean Initiatief in Utrecht op 5 maart werden een aantal van deze visualiseringen toegelicht.
n=1 dashboard
Erasmus MC ontwikkelt het zogeheten n=1 dashboard. Dit dashboard visualiseert de informatie over één patiënt, afgezet tegen de eigen historie en tegen een referentiegroep. Inmiddels gebruiken 25 teams van het Erasmus MC het dashboard naar volle tevredenheid. De artsen vertellen onder meer dat ze gesprekken beter kunnen sturen en de juiste professionals op het juiste moment kunnen inschakelen.
Adviseur waardegedreven zorg Tim Twigt vergelijkt het dashboard met dat van een auto. “Je wilt in één oogopslag de belangrijkste informatie zien. Als er iets afwijkt, licht er een rood lampje op, en als het urgent is, krijg je een geluidssignaal.” Een dashboard moet vooral simpel en overzichtelijk zijn. Gebruikers moeten er eenvoudig hun weg in kunnen vinden.
Een van de eerste versies van een dashboard werd gemaakt rond zwangerschap en geboortezorg. Het medisch centrum gebruikt hiervoor in verschillende stadia van de zwangerschap vragenlijsten gebaseerd op ICHOM. De vraag was: hoe visualiseer je deze informatie? De ontwikkelaars kozen voor groene, blauwe en rode blokjes die de ontwikkeling weergeven van de patiënt ten opzichte van het vorige consult en in vergelijking met een referentiegroep.
Presentatie Tim Twigt (Erasmus MC)
Luisteren naar artsen
“Een van de lessen die we leerden is dat we goed moeten luisteren naar de artsen”, zegt Twigt. “Geïnspireerd door de cirkel die ICHOM gebruikt, introduceerden wij – zonder overleg – ook een cirkelweergave. Die bleek echter niet te voldoen. In het derde dashboard hebben we die laten vallen.” Dit derde en vooralsnog definitieve dashboard heeft een tabelvorm met domeinen, nog steeds met kleuren. Behandelaars kunnen zelf instellen welke informatie ze eerst willen zien.
Als uitdagingen voor de toekomst ziet Twigt het ontwerpen van een dashboard voor de patiënt, zodat het kan helpen bij samen beslissen. “Je moet het heel eenvoudig houden, het niveau van groep 7 basisschool.” Voor professionele gebruikers is het essentieel dat ze een goede instructie krijgen en dat het dashboard snel en eenvoudig te bedienen is. “Zo min mogelijk klikken, vier seconden wachten is al te veel”, aldus Twigt. Als je met de cursor op een link rust, komt de informatie erachter automatisch in beeld.
Eenvoudig inzicht met de Ziektelastmeter
De Ziektelastmeter is een dashboard dat wél al is toegesneden op patiënten met minder opleiding, vertelt Lotte Keijsers van Maastricht University. De Ziektelastmeter is ontwikkeld voor COPD-patiënten. Hij geeft weer wat voor patiënten belangrijk is, zoals benauwdheid, bewegen, roken, vermoeidheid en longfunctie. Ballonnen geven de score van de patiënt op deze dimensies weer. Hoe hoger en hoe groener de ballon, hoe beter. Hoe lager en roder, hoe slechter de score.
Het plaatje biedt arts en patiënt openingen voor het gesprek. Vorige metingen worden weergegeven als een grijze ballon, zodat de ontwikkeling zichtbaar is. Behandelaar en patiënt kunnen samen beslissen welke dimensie ze aan gaan pakken. Als de arts op de ballon klikt, krijgt hij globale suggesties voor behandeling. Samen kunnen ze die concreet maken. Bijvoorbeeld door op het onderwerp bewegen af te spreken dat de patiënt dagelijks lopend de boodschappen gaat doen. Bij een volgend consult kunnen patiënt en arts de resultaten van deze interventie aflezen uit het plaatje op het scherm. Zo ziet de patiënt direct het effect van zijn inspanning.
De Ziektelastmeter is ontworpen voor COPD en is onder meer te vinden in NHG DOC. Veel huisartsen en praktijkassistenten maken er al gebruik van. Inmiddels is het instrument ook geschikt gemaakt voor andere chronische aandoeningen. Het was nog wel even puzzelen met de vragenlijsten, vertelt Keijsers. Een deel van de vragen is generiek, en voor verschillende aandoeningen zijn modules gemaakt. “We wilden de enquêtes maximaal op 25 vragen houden. We vinden het ook belangrijk dat alle informatieballonnen op één plaatje passen.”
Presentatie Lotte Keijsers (Maastricht University)
Actie bij extreme waarden
Equipe Zorgbedrijven heeft voor de meer dan 25 vestigingen van Xpert Clinic een dashboard ontwikkeld voor hand- en polszorg. Zorginnovator Harm Slijper geeft aan dat een dashboard relevant moet zijn voor de gebruiker. Daarom heeft het systeem drie aparte interfaces: voor de patiënt, voor de arts en voor de handtherapeut. De patiënt vindt via zijn portal informatie over de behandeling, het tijdstip van het volgende consult, een beschrijving van de oefeningen die hij moet doen, vragenlijsten en andere relevante informatie.
De interface voor de arts bevat een overzichtelijke grafische weergave van allerlei informatie over de patiënt en zijn behandeling, zoals de verwachtingen van de patiënt, de handfunctie, pijn en welke activiteiten de patiënt weer wil kunnen doen na de behandeling. Het systeem detecteert ook extreme waarden en geeft daarvan een melding aan de behandelaar. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer een patiënt aangeeft na zes weken meer pijn te ervaren dan normaal. Of wanneer een patiënt ontevreden is over de behandeling. De arts neemt na zo’n melding direct contact op met de patiënt.
Informatie over 85.000 zorgtrajecten
Xpert Clinic voor hand- en polszorg meet al sinds 2011 uitkomsten in de zorg om die zorg te verbeteren. Xpert Clinic heeft meer dan 25 klinieken verspreid over het land. De klinieken behandelen zo’n 25.000 patiënten per jaar. De afgelopen tien jaar heeft het bedrijf informatie verzameld over circa 85.000 zorgtrajecten. Het gaat hierbij onder meer om de intake, patiënteigenschappen, PREM’s en PROM’s en TherapyROMS’s. De gegevens worden verzameld in een web-based platform, genaamd PULSE. Het platform wisselt informatie uit met het EPD.
Xpert Clinic werkt samen met de Hand Wrist Study Group en het Erasmus MC om de zorg verder te verbeteren. Het gaat daarbij onder andere om de interpretatie van de verzamelde patiëntgegevens. Uit vragenlijsten blijkt dat een grote groep patiënten matig of slecht tevreden is over het behandelresultaat. Het bedrijf wil graag weten wat hier achter steekt. Promovendi van het Erasmus MC doen onderzoek naar de informatie- en behandelbehoefte van patiënten en naar modellen die op patiëntniveau het resultaat van de behandeling kunnen voorspellen.
Presentatie Harm Slijper (Equipe Zorgbedrijven)
Pop-up bij afwijking
Hoe kun je een dashboard gebruiken om de zorg te verbeteren? Geef behandelaars een kernachtige pop-up op het scherm als een aspect van de behandeling meer tijd vergt dan gemiddeld! Dit heeft althans in het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein opmerkelijke resultaten gegeven, vertelt Jasper van Kuijk, adviseur en projectleider zorgpaden. Het traject in het ziekenhuis begon met een definiëring van standaard zorgpaden, om te beginnen bij heupaandoeningen. Aan dit standaard zorgpad werd een dashboard gekoppeld. Dit dashboard vergelijkt de individuele gegevens van een patiënt met het standaard zorgpad. En geeft een seintje bij een afwijking.
Aanvankelijk hadden behandelaars reserves bij het project. Maar dat sloeg om toen de resultaten van de spoedeisende eerste hulp bekend werden, vertelt Van Kuijk. Volgens het standaardproces zouden patiënten binnen een uur van de SEH naar de afdeling moeten. In de praktijk was dat veel langer, wel 340 minuten. Als er een uur verstreken was, kwam er een pop-up op het scherm om dat te melden. Behandelaars vroegen zich af wat de reden kon zijn. “Alleen dat al leidde zonder enige interventie tot een daling van gemiddeld 340 minuten naar 200 minuten. Toen ze dat zagen, wilden de behandelaars van de afdeling ook een pop-up.”
Op de afdeling kwam al snel boven water dat de gemiddelde ligduur met 6,9 dagen langer was dan noodzakelijk. De oorzaak bleek te liggen bij de ontslagplanning. Een deel van het probleem was dat er 24 vragen beantwoord moesten worden. Dat werd teruggebracht naar vier en de afdeling kreeg zijn eigen pop-up: als de ontslagplanning langer dan 24 uur duurt, komt er een melding. Het resultaat is dat de gemiddelde ligduur teruggebracht is naar 5 dagen. Inmiddels hebben acht afdelingen hun pop-up en er zijn er nog eens zes in ontwikkeling.
Presentatie Jasper van Kuijk (St. Antonius Ziekenhuis) niet openbaar beschikbaar
Bruikbare informatie halen uit EPD’s
Isala in Zwolle zet ook dashboards in om de kwaliteit van zorg te verbeteren, vertelt innovatiecoördinator Joris van Dijk. Het gebruik van het dashboard geeft volgens hem betere zorguitkomsten en de zorgkosten nemen af. Of het voor de patiënten ook toegevoegde waarde heeft, kan hij nog niet zeggen. “We zijn begonnen met het uitzetten van PROM-vragenlijsten. Het moet nog blijken hoeveel de patiënt ermee opschiet.”Isala werkt samen met CTcue. Dat heeft een zoekmachine en een applicatie ontwikkeld die informatie uit de EPD’s kopieert en dat verzamelt in een Excel-sheet. Het EPD geeft weliswaar informatie over verrichtingen en financiën, maar er zit veel meer bruikbare informatie in die inzicht geeft in allerlei aspecten van de zorgverlening, legt van Dijk uit. Het doorlopen zorgpad kan nu gekoppeld worden aan procesindicatoren,zorguitkomsten, en met de gemiddelde kostprijzen per zorgactiviteit. Op zorgpad niveau kan op die manier inzichtelijk worden gemaakt hoeveel de patiënt heeft ‘gekost’, wat aanknopingspunten biedt om processen te optimaliseren, uiteraard afgezet tegen een minstens gelijke kwaliteit van zorg.
Dashboard voor bekkenbodemcentrum
De volgende stap was om uit het Excel-sheet de relevante gegevens voor de behandelaars te vissen en deze informatie te visualiseren. Zo kwam een dashboard tot stand dat als eerste werd toegepast voor het bekkenbodemcentrum van het ziekenhuis. De specialisten kregen hiermee inzicht in hun eigen prestaties en die van elkaar. Bijvoorbeeld het aantal gecompliceerde operaties, het aantal heropnames en het aantal heroperaties.
Uit het traject en de data-analyse kwamen enkele eyeopeners naar voren. Zo bleek dat relatief veel patiënten die van de polikliniek worden doorgestuurd voor radiologisch onderzoek, daarna weer terugkeren naar de poli. “Dat is niet goed, dat is verspilling.” Het ‘proces mining’ levert ook informatie op over wachttijden in het zorgpad. “We zien waar het stokt en kunnen daar iets aan doen.” Deze informatie is ook direct relevant voor onze teams die met LEAN bezig zijn.
Isala werkt aan dashboards voor vijftien andere ziektebeelden. Die zijn naar verwachting voor het einde van dit jaar beschikbaar.
Presentatie Joris van Dijk (Isala)