Henk van der Wal is Commandant Instituut Samenwerking Defensie en Relatieziekenhuizen en doet onderzoek naar dit onderwerp. In dit praktijkvoorbeeld licht hij Value Based Military Health care vanuit veranderkundig perspectief toe.
Oorlogvoeren op land, ter zee en in de lucht is de basis van het bestaan van Defensie. Op het vlak van MGZ is de ketenlogistiek vooralsnog leidend en zal dat voorlopig blijven. Hierbij staat de geneeskundige ‘afvoerketen’ centraal (zie ook figuur 1): in de acute operationele zorg begint de keten bij een militair die tijdens inzet gewond raakt en eindigt deze bij de chirurgische ingreep in het ziekenhuis. Daartussenin zitten elementen: een militair die gewond raakt, krijgt hulp van een medic. De role 1 heeft een arts in een gezondheidscentrum te velde voor traumaverwonding waar de bloeding gestelpt wordt, de role 2 heeft een chirurg in een veldhospitaal waar levens- en ledemaatchirurgie wordt uitgevoerd, de role 3 kan een neurochirurg hebben in een ander veldhospitaal, maar dan groter opgezet. Uiteindelijk kan een militair patiënt teruggevoerd worden naar Nederland, waar hij in het ziekenhuis nogmaals geopereerd wordt omdat op locatie niet alle specialisaties ter beschikking waren of omdat de operatie niet helemaal goed ging.
.png)
Figuur 1. MTF: Medical Treatment Facility. Bron: https://www.militairespectator.nl/thema/operaties/artikel/geneeskundige-ondersteuning-van-landoptreden-bij-een-grootschalig-conflict
Ruimte voor aanpassingen
Toch kunnen in delen van deze afvoerketen wel degelijk aanpassingen plaatsvinden, denkt Van der Wal. De intrede van moderne technologieën als artificial intelligence (AI) en augmented reality (AR) en de toenemende mate van scopische ingrepen (kijkoperaties) en radiologische interventies beperkt zich uiteraard niet tot de maatschappij en civiele gezondheidszorg, maar heeft ook de MGZ bereikt. Van der Wal vraagt zich af hoe deze ontwikkelingen passen binnen de MGZ: “Bij een bloeding in de buik gaat bij ons [red. in de MGZ] de buik open, terwijl in de civiele gezondheidszorg in Nederland, als je de tijd hebt, in hetzelfde geval een scopische ingreep zou plaatsvinden.”
Daarnaast moet er meer en meer aangesloten worden bij ontwikkelingen binnen de civiele gezondheidszorg. “Zonder het hoofdprincipe van de ketenlogistiek los te laten, kunnen we de zorglogistiek wel verrijken met principes als de ‘patiënt centraal’, organisatievormen rondom medische aandoeningen (Integrated Practice Units) en ontwikkelingen op het gebied van IT. En uiteraard moet de aansluiting met de ontwikkelingen binnen andere delen van Defensie, zoals het gebruik van drones voor allerlei operationele doeleinden, niet vergeten worden. Hier kan de MGZ kijken naar zaken als het vervoeren van bloed, maar bijvoorbeeld ook naar het direct verplaatsen van gewonde militairen naar het juiste zorgpunt.
Transitie binnen de MGZ
De bestaande keten transformeer je niet binnen tien jaar. Veranderingen binnen de MGZ worden niet altijd positief ontvangen, merkt Van der Wal. Als voorbeeld noemt hij de commandant en de behandelaar die ieder op hun manier kijken naar het opereren van de gewonde militair op missie. “Wat mij betreft betrekken we er ook dan nadrukkelijker de medisch specialist bij en de militair (of zijn familie) zelf. Ongeacht tijd, moet samen beslissen ons streven zijn. Maar goed, dat is mijn visie vanuit Nederland. Op locatie gaat het er vooralsnog anders aan toe.” De MGZ gaat momenteel nog vooral uit van het snel door de keten halen van de militair: wanneer is hij weer volledig inzetbaar? En de behandelaar bepaalt. Van der Wal heeft begrip voor de huidige manier van werken, maar ziet tot zijn genoegen dat verandering in aantocht is. Dat komt voornamelijk door de nieuwe generatie. “Onze nieuwe generatie mensen zijn meer opgegroeid met een visie op zelfregie. Dat staat de manier van werken bij Defensie niet in de weg, maar zorgt er wel voor dat het gesprek meer wordt gevoerd.” Dit gaat over het leveren van zorg door de militaire zorgprofessional, het inrichten van de zorg door de militaire commandant en, zeker nu, hoe en welke zorg de militaire patiënt ontvangt. “Waar onze reguliere zorg al langer gebruik maakt van kwaliteitssystemen, zie ik nu de shift naar een kwaliteitssysteem voor de operationele gezondheidszorg tijdens missies. Hierbij wordt lean gewerkt, dat goed samengaat met waardegedreven zorg. Ik maak het onderwerp bespreekbaar en zet het op de agenda, zodat we het erover kunnen hebben.”