- wat de kwaliteit van zorg is binnen deze initiatieven van transmurale palliatieve zorg;
- wat de basiselementen zijn van transmurale palliatieve zorg waarmee deze kwaliteit wordt bereikt;
- wat een passende bekostiging voor transmurale palliatieve zorg kan zijn.
TAPA$ wil daarmee handvatten en randvoorwaarden ontwikkelen waarmee meer zorgaanbieders, binnen meer initiatieven, kwalitatieve transmurale palliatieve zorg kunnen leveren voor een groter aantal patiënten.
Box 1. Initiatieven
1. Gewenste zorg in de laatste levensfase
2. PalliSupport
3. Regionale transmurale multidisciplinaire consultatie palliatieve zorg en transmurale samenwerkingsafspraken
4. Thuisconsult Specialistische Palliatieve Zorg
5. Transmuraal zorgpad palliatieve zorg
6. Transmurale 1,5 lijns Palliatieve Zorgcoach
Terugdringen van low value care in de laatste levensfase
In het Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland (2017) wordt beschreven wat vertegenwoordigers van patiënten, zorgverleners en zorgverzekeraars vinden dat de kwaliteit van palliatieve zorg in Nederland moet zijn. Patiënten in de laatste levensfase ontvangen op dit moment soms zorg die voor hen niet altijd waarde toevoegt, maar wel aanzienlijke kosten met zich mee kan brengen (‘low value care’). Patiënten worden soms nog tot kort voor overlijden behandeld met chemotherapie, bezoeken meerdere malen de SEH in de laatste maand van hun leven of worden kort voor hun overlijden opgenomen in het ziekenhuis. De verwachting is dat toepassing van het kwaliteitskader voor de groeiende groep patiënten met palliatieve zorg-behoeften:
a) een positief effect heeft op de kwaliteit van leven van deze patiënten;
b) meer patiënten zullen sterven op de plek van voorkeur , wat meestal thuis is, en;
c) minder mogelijk vermijdbare zorg in de laatste levensfase teweegbrengt.
Om het kwaliteitskader in de praktijk te kunnen brengen, wordt palliatieve zorg in toenemende mate interdisciplinair en transmuraal georganiseerd.
Samenwerking voor waardevolle zorg
Om het kwaliteitskader toe te kunnen passen, organiseren zorgaanbieders de palliatieve zorg op een nieuwe, innovatieve manier: generalisten en in palliatieve zorg gespecialiseerde zorgverleners werken samen over de lijnen van de zorg heen om de continuïteit van zorg te verbeteren. Het blijkt dat hierdoor, ongeacht de verschillende manieren waarop deze samenwerking wordt georganiseerd, de tevredenheid van patiënten hoger is. De zeven initiatieven hebben in het kader van de NZa Beleidsregel Innovatie voor kleinschalige experimenten drie nieuwe zorgprestaties voor transmurale palliatieve zorg ontwikkeld. Op dit moment zijn zij met zorgverzekeraar(s) aan het onderzoeken hoe zij een contract kunnen afsluiten over transmurale palliatieve zorg. De voornaamste barrière die zij hierbij tegenkomen is de vraag hoe, binnen ons monodisciplinair ingerichte stelsel, de geldstromen kunnen worden ingericht om transmurale palliatieve zorg te stimuleren.
Opschaling
De mogelijkheid tot opschalen is een belangrijke motivatie voor dit project. Juist door deze zeven initiatieven met regionale spreiding en ieder een verschillende aanpak bij elkaar te brengen, kunnen we onderzoeken of er elementen zijn die zij allemaal inzetten om de zorg voor palliatieve patiënten te verbeteren. Het doel van het project is vervolgens om deze inzichten openbaar te maken, zodat andere initiatieven hier ook gebruik van kunnen maken. Door daarnaast een passende, structurele bekostiging te ontwikkelen en ook het gebruik daarvan inzichtelijk te maken, verwachten we dat de resultaten van het project de doorontwikkeling van transmurale palliatieve zorg landelijk stimuleren. Op basis van deze handvatten kunnen meer zorgaanbieders, in meer initiatieven, kwalitatieve transmurale palliatieve zorg leveren voor een groter aantal patiënten. Gedurende het gehele project vindt er daarom tussen alle relevante landelijke stakeholders afstemming plaats.
Veranderaanpak
De afzonderlijke initiatieven binnen TAPA$ zijn naar aanleiding van regionale en landelijke ontwikkelingen, zelf hun initiatief in hun regio gestart. PZNL (coöperatie Palliatieve Zorg Nederland) heeft op basis van een veldverkenning deze zeven bestaande initiatieven geselecteerd en bij elkaar gebracht om gezamenlijk de krachten te bundelen en hen te verbinden aan landelijke stakeholders.
Porter: transitie naar waardegedreven zorg
Porter beschrijft de transformatie van de zorg naar waardegedreven zorg aan de hand van zes elementen die onderling verband houden met elkaar. Tijdens de Werksessie 2017 The Value Agenda for the Netherlands, georganiseerd door The Decision Group, werd Change Culture and Leadership hieraan toegevoegd (ga naar website).
Onderwerp op de Value Agenda
1 - Organiseer de zorg rondom helder gedefinieerde patiëntgroepen (e.g. via IPU’s)
|
Met de ‘markering’ start de palliatieve fase van een patiënt. Hiervoor zijn diverse methoden*. De groep patiënten is daarmee in principe afgebakend, maar palliatieve patiënten maken ook onderdeel uit van andere groepen (bijv. kankerpatiënten of kwetsbare ouderen). In Nederland is om die reden gesteld dat palliatieve zorg generalistisch** is, waar nodig ondersteund door in palliatieve zorg gespecialiseerde zorgprofessionals. In de praktijk blijkt wel dat zorgprofessionals juist het tijdig markeren van patiënten als moeilijk ervaren.
In Nederland werken zorgaanbieders rondom palliatieve zorg samen in de Netwerken Palliatieve Zorg. (NPZ). In de zeven TAPA$-initiatieven werken de zorgverleners multidisciplinair en domeinoverstijgend samen om de zorg voor palliatieve patiënten gezamenlijk vorm te geven.
|
2a – Meten van de uitkomsten voor iedere patiënt
|
2b – Meten van de kosten voor iedere patiënt
|
De kwantitatieve uitkomsten (kwaliteit en kosten) van het project worden na anderhalf jaar en na 3 jaar inzichtelijk gemaakt. Ze worden bepaald op populatieniveau.
|
3- Ketenfinanciering via geclusterde betaling voor de hele zorgketen.
|
4 - Ketenzorg - integreer zorginstellingen en systemen
|
We zien dat het samenstellen van een bundel voor deze patiëntengroep ingewikkeld is. Dat heeft 2 oorzaken. Ten eerste betreft dit multidisciplinaire – en daarmee domein- en budget overstijgende zorg – maar ook is het moeilijk om te onderscheiden welke zorg is geleverd in het kader van de palliatieve zorgvraag en welke betrekking had op de onderliggende aandoening.
Mogelijk is een integrale- of populatiegebonden bekostiging passender voor deze patiëntengroep of past een soort addon-achtige constructie op de aandoeningsspecifieke bundel.
|
5- Geografische expansie (cq. standaardisatie) van het voorbeeld
|
De mogelijkheid tot opschalen is een belangrijke motivatie voor dit project. Met de resultaten kunnen meer zorgaanbieders, in meer initiatieven, kwalitatieve transmurale palliatieve zorg leveren voor een groter aantal patiënten.
|
6 - Ondersteunende technologie
|
Binnen TAPA$ wordt niet gewerkt aan ondersteunende technologie. Hier wordt aan gewerkt in een ander project binnen de coöperatie PZNL: het Individueel Zorgplan.
|
7 – Cultuurverandering en leiderschap
|
Binnen TAPA$ wordt in het kwalitatieve onderzoek onder andere gekeken naar elementen in cultuur en leiderschap die bijdragen aan transmurale palliatieve zorg. Daarnaast ondersteunt Stichting Fibula de ontwikkeling van palliatieve netwerkzorg.
|
*Markering kan bijvoorbeeld plaatsvinden op basis van de ‘surprise question’: “Zou het mij verbazen als deze patiënt volgend jaar om deze tijd, niet meer in leven is?”. Als deze vraag met “Nee” beantwoord wordt, gaat de palliatieve fase van start. Let dus op; dez periode kan tamelijk lang duren en dit is NIET hetzelfde als de palliatief terminale fase (een term die wordt gebruikt om de laatste 3 maanden van het leven aan te duiden).
**Let op! In dit geval kan ook een medisch specialist een generalist m.b.t palliatieve zorg zijn.
Zoekwoorden
Palliatieve zorg, Kwaliteit van leven, Low value care, Potentially aggressive End of Life care, Mogelijk vermijdbare zorg, Integrale bekostiging, Transmurale bekostiging, Innovatieve contractering, Juiste zorg op de juiste plek (JZOJP)
Contact
Chantal Pereira| IKNL/PZNL | c.pereira@iknl.nl
Verder lezen