Akwa GGZ werkt in drie takken. Te beginnen met de zorgstandaarden: wat is goede zorg? Deze standaarden zijn bedoeld voor de zorgprofessional, patiënt en naaste en beschreven vanuit het perspectief van de patiënt. De standaarden worden gemaakt in werkgroepen bestaande uit zorgprofessionals, patiënten en naasten. Werkgroepen ontwikkelen en herzien gezamenlijk de zorgstandaarden, die ze vervolgens voorleggen aan beroeps-, branche- en patiëntenverenigingen voor autorisatie. De standaarden worden na autorisatie gepubliceerd op GGZstandaarden.nl, die zorgprofessionals kunnen raadplegen. Op Thuisarts.nl staat van elke standaard een patiëntenversie.
Netwerken
Naast de zorgstandaarden maakt Akwa GGZ lerende netwerken mogelijk. In deze netwerken kunnen zorgprofessionals van elkaar leren, of het nu gaat om het uitwisselen van behandelvisies, werkprocessen en -wijzes en werken met data. In de meeste gevallen is ook vertegenwoordiging van patiënten en naasten betrokken. Mensen op deze manier actief met elkaar laten samenwerken is gewenst in de ggz, merkt Hüfken. Daarnaast zet het de deur open naar meer. Een voorbeeld uit het netwerk angst en depressie: “In eerste instantie werd er vooral veel uitgewisseld over behandelvisies, het gebruik van meetinstrumenten in de behandeling,over ict-voorzieningen, etc. Nu zijn we op het punt om de stap te maken naar datagedreven leren. De netwerk-setting geeft organisaties de kans om elkaar te leren kennen. Dat zorgt voor meer openheid en transparantie en vormt een voedingsbodem voor het echt van elkaar leren, ook op basis van data.”
Eigenaarschap
Eigenaarschap is een belangrijke succesfactor voor netwerken; organisaties moeten zelf met het onderwerp aan de slag willen. De relevantie moet er zijn. Een ander mooi voorbeeld komt uit hetzelfde netwerk angst en depressie. “In een traject waarin i2i de kostenkant doet (Akwa GGZ richt zich volledig op de zorginhoudelijke kant, niet op de kosten, red.), kwamen de organisaties erachter dat ze zorginhoudelijke gegevens misten. Die doen wij natuurlijk, maar die data moet worden opgebouwd. Declaratiedata zijn er echter altijd. Organisaties kunnen vervolgens zonder onze tussenkomst de kostendata samenbrengen met hun kwaliteitsdata en daarmee aan de slag.”
GGZ Dataportaal
Ten slotte is er GGZ Dataportaal, een ‘dienst’ die organisaties kunnen gebruiken om te vergelijken en verbeteren op basis van data. Veel ggz-instellingen hebben al langere tijd interesse in het werken met data, vertelt Hüfken, het laatste half jaar zien ze dat een handvol organisaties het echt oppakt. Dat heeft uiteraard te maken met de AVG, technische uitdagingen en soms met een gebrek aan kennis, het ‘wat kan ik daarmee’. GGZ Dataportaal is een generieke voorziening: de data moet ten goede komen van de ggz-organisatie en de sector. GGZ-aanbieders en professionals kunnen zien hoe ze zich in werkwijze en uitkomsten verhouden tot het algemene beeld of andere zorgaanbieders, op basis van afspraken die ze zelf maken met andere aanbieders over openheid naar elkaar. Zien organisaties dat ze het op een vlak afwijken, dan kan Akwa GGZ de link maken met een organisatie die het op dat vlak als sparring partner kan dienen. En dat kan dan de start zijn voor intern verbeteren. Op behandeluitkomsten, proceskenmerken (denk aan het inzetten van een bepaalde interventie), en - een belangrijk thema - het op- en afschalen van behandeling. “Wanneer is behandelen niet effectief meer? Op het juiste moment afbouwen of minder intensief maken van een behandeling omdat het best haalbare effect bereikt is, heeft tot gevolg dat er plek komt op de wachtlijst. Eerder stoppen met de behandeling is natuurlijk geen doel op zich. Je moet het juiste moment zien te vinden. Om inzichtelijk te maken wanneer dat moment zich aandient in de behandeling, moet je data verzamelen. Dat is een investering in tijd en aandacht en daarom een lastig punt voor veel ggz-instellingen. De kosten lopen dan immers voor de baten uit en dat is in een sector met veel arbeidskrapte een uitdaging. Daarom bieden we daar als Akwa GGZ ondersteuning in.”
Stappen zetten
Leren van een ander kost tijd, energie en toewijding. Dat gebeurt in de ggz veelal op persoonlijke titel, ziet Hüfken: “Het is iets extra’s, geen onderdeel van het werk, terwijl het dat wel zou moeten zijn. Toch doen veel professionals dat al en dat geeft goede hoop.” De sector heeft ondersteuning nodig in verbeteren op basis van data. Wetgeving die het gebruik van data voor leren en verbeteren eenvoudiger maakt, kan helpen. “Om wat voor reden dan ook is de ggz tot nu toe uitgebleven in de Wet kwaliteitsregistraties zorg (wetsvoorstel voor een wettelijke grondslag voor kwaliteitsregistraties om gepseudonimiseerde persoonsgegevens te mogen verwerken). Als er meer goede voorbeelden komen, helpt dat altijd in de adoptie. Ik zie voor me dat als de sector die stap weet te zetten - en dat zal organisch groeien - we verschillende netwerken hebben die langere tijd aan elkaar verbonden zijn en samen zorg verder weten te verbeteren.”
Contact
Tim Hüfken, manager operations GGZ Dataportaal
E-mail: t.hufken@akwaggz.nl