Hannah, Jolande en Hildeline werken in het UMC Utrecht aan alles wat met waardegedreven zorg te maken heeft. Samen met patiënten en zorgprofessionals optimaliseren ze zorgtrajecten, maar ook stimuleren ze het gebruik van vragenlijsten (PROMs), ingevuld door patiënten over hun ervaren gezondheid, met name ter ondersteuning van het proces van Samen Beslissen. “Het implementeren van de kernset generieke PROMs was (en is) op het moment dat de oproep voor de ZonMW-subsidie kwam onze grootste focus”, vertelt Hannah. “De handreiking generieke PROMs was net verschenen. Wij wilden via dit project onderzoeken of de kernset generieke PROMs ook meerwaarde heeft voor onze zorgprofessionals en patienten. We zijn direct in gesprek gegaan met een paar enthousiaste teams die hier hun tanden in wilden zetten: bijzondere tandheelkunde en cardiologie. We vonden dit een goede keuze, omdat het niet alleen om compleet andere ziektebeelden gaat, maar ook om heel verschillende categorieën patiënten. We hebben voor beide afdelingen het proces van binnenkomst tot weggaan van de patient in kaart gebracht. Voor deze patiëntenpopulaties bekijken we of de kernset generieke PROMs bruikbaar is in de zorgpraktijk. Het team cardiologie is vervolgens gestart met de kernset generieke PROM en bijzondere tandheelkunde met de kernset generieke PROMs en de OHIP (Oral Health Impact Profile) - een ziektespecifieke PROM.”
Kader kernset generieke PROMs:
Voor iedere patiënt dezelfde domeinen zoals pijn, vermoeidheid, participatie, psychische klachten meten? Dat kan met de kernset generieke PROMs. Deze set bestaat uit 27 vragen binnen 7 domeinen en heeft een holistische benadering, waardoor de mens centraal staat en niet de ziekte. Deze set is ontwikkeld binnen het landelijke Programma Uitkomstgerichte Zorg en biedt ondersteuning, uniformiteit en standaardisatie bij de uitvraag naar generieke relevante uitkomstmaten voor de patiënt en zijn zorgverlener.
Nauw contact met de teams
Gedurende de studieperiode waarin we het gebruik van de kernset generieke PROMs op de twee afdelingen testten, vonden er geregeld evaluatieoverleggen plaats. Tijdens deze overleggen werd met de kartrekkers de voortgang besproken en konden problemen of onduidelijkheden worden besproken en opgepakt. Deze bijeenkomsten verschaften daarnaast meer inzicht in de zorgprocessen, vertelt Hannah. “Ook hielden wij veel contact met de studenten die waren toegevoegd aan de medische teams om de nodige ondersteuning te bieden. Zo maakten de studenten een samenvatting van de bevindingen uit de kernset generieke PROMs in het dossier en belden zij patiënten ter herinnering. Dit werd zeer gewaardeerd door alle betrokken.”
Co-creatie
Het uitdenken en perfectioneren van het implementatieproces gebeurde niet alleen met zorgprofessionals van de twee groepen, maar ook met patiënten. Hannah: “Hoe willen we de kernset generieke PROMs gebruiken in de zorgpraktijk en hoe willen we de uitkomsten presenteren aan zowel de patient als zorgprofessional?” Het UMC beschikte al over een dashboard dat PROMs visualiseerde, maar deze was niet toekomstbestendig en toereikend voor de plannen die er lagen. Door in gesprek te gaan met zorgprofessionals en patiënten kwamen de wensen van de visualisatie ter sprake. Met de IT-professionals bespraken we de gewenste veranderingen. Het optimaliseren van het dashboard is een van de pijlers van het PROMs-project. Daar zijn we mee bezig.
Ervaringen patiënten en professionals
Inzicht krijgen in wat patiënten en zorgprofessionals vinden van de kernset generieke PROMs is een belangrijk onderdeel van het PROMs-project. Het evalueren werd gedaan middels vragenlijsten en aanvullend werden interviews bij zorgprofessionals afgenomen om de evaringen nog verder uit te diepen. Hannah: “De resultaten volgen spoedig, maar we kunnen in ieder geval zeggen dat patiënten over het algemeen tevreden zijn over de kernset generieke PROMs en hun gezondheidssituatie hierin goed kunnen weergeven. Wel gaven ze aan dat de resultaten niet altijd besproken zijn in de spreekkamer. Dat is zonde, want patiënten steken veel tijd en moeite in het invullen van de PROM.” Zorgprofessionals geven op hun beurt aan dat zij niet altijd weten hoe om te gaan met afwijkingen in de ingevulde kernset generieke PROMs. “Ze denken: ‘Moet ik hier direct iets mee? Denk aan angst- of depressieproblematiek bij patiënten. Enkel het herkennen en erkennen van die problemen kan al als prettig ervaren worden door patiënten, adviseren wij de zorgprofessionals. In aanvulling daarop kun je informeren of er al een traject o.i.d loopt of verwijzen naar de huisarts. In navolging van ons advies stelden zij voor: kunnen we geen standaard workflow in het zorgpad incorporeren? Zodat je bij sterke afwijkende waarden op bijvoorbeeld angst of depressie standaard de huisarts of klinisch psycholoog laat aanhaken om dat stukje te vervolgen wanneer dat wenselijk is”, aldus Hannah.
Generieke vs. ziektespecifieke PROM
Wat betreft de informatie die de kernset generieke PROMs genereert, zijn zorgprofessionals tweeledig, vertelt Hannah. “Men vindt de vragen wat algemeen en het overlapt met hun anamnese. Sommige zorgprofessionals willen liever meer ziektespecifieke aspecten uitvragen. Voor het eigen ziektebeeld kan het belangrijk zijn om meer aandacht te besteden aan gerichtere aspecten om de effectiviteit van de behandeling te meten. Vermoeidheid of kwaliteit van leven zijn dan soms te algemeen.”
Aan de andere kant geeft de kernset generieke PROMs een goed overzicht van hoe een patiënt zijn gezondheid ervaart, gaven zorgprofessionals terug. Hannah: “ Ook zien ze dat de PROM soms kan leiden tot een ander gesprek in de spreekkamer. Praten over onderwerpen als angst en depressie is niet altijd gemakkelijk. Het vooraf uitvragen kan er voor dit soort domeinen voor zorgen dat dat toch bespreekbaar wordt en dat het gesprek sneller de diepte ingaat op een wellicht voor de patiënt belangrijk stuk.”
Toekomstplannen
Omdat het UMC Utrecht in maart 2024 overgaat op een nieuwe versie van HiX, kunnen ze nu niet starten met het verder inbouwen van nieuwe, ziektebeeldspecifieke vragenlijsten. Hannah: “Dat is natuurlijk jammer, want we zijn net op dreef. Het streven is om in 2024 voor zestien andere aandoeningen ziektebeeldspecifieke vragenlijsten in te bouwen. Verder willen we het gebruik van vragenlijsten beter coördineren en begeleiden, zodat alle zorgteams in het UMC het gebruik van vragenlijsten op dezelfde manier aanpakken. Het is onze wens dat alle zorgteams werken met (landelijk) gevalideerde vragenlijsten, dat iedereen dezelfde scholing krijgt en dezelfde tools en hulpmiddelen gebruikt. Door dit project is er iets gaan kriebelen bij de twee deelnemende zorgteams. Zij willen verder met PROMs en gaan onderzoeken hoe zij dat willen gaan oppakken: ziektespecifiek en/of generiek, dat is nu de vraag.”
Contactgegevens
Hannah Hageman
Verder lezen