Bij de start van Jessica’s onderzoek lag de focus op de effectiviteit van wijkverpleging, maar - zo ontdekte ze - als je effecten wilt meten, moet je kijken naar zorguitkomsten. “Die uitkomsten bleken er voor wijkverpleging nog niet te zijn, dus zijn we er zelf in gedoken. Met een groep experts hebben we gekeken naar uitkomsten die belangrijk zijn voor de wijkverpleging. Deze experts waren wijkverpleegkundigen die daarnaast andere functies hebben, zoals docent, onderzoeker of beleidsfunctionaris. We hebben bewust gekozen voor mensen die in hun dagelijks werk zowel met praktijk als theorie bezig zijn.”
Uitkomsten in de praktijk
Jessica onderzocht hoe wijkverpleegkundigen in de praktijk uitkomsten gebruiken. “Meet je die al? En waarom doe je dat? De resultaten zijn onder te verdelen in twee groepen: een deel zag de meerwaarde, een ander deel was minder enthousiast. Er is een cultuuromslag nodig: ik denk dat een goed voorbeeld geven en laten zien wat het meten van uitkomsten kan opleveren al enorm helpt. Daarnaast zie ik, in mijn functie als docent, het denken over uitkomstgericht werken niet terug in het onderwijs voor verpleegkundigen. Daar mag veel meer focus op komen te liggen.”
Ook ondervond Jessica dat bij die verandering naast de verpleegkundige, bijna altijd de huisarts en andere disciplines betrokken is. “Integraal werken is cruciaal in de wijkverpleging. Het was mooi geweest als we dat tijdens het onderzoek al hadden kunnen meenemen. De uitkomsten die de meeste invloed hebben zijn autonomie, tevredenheid en kwaliteit van de geleverde zorg, samen beslissen, kwaliteit van sterven en daarnaast nog een hele lijst met meer bekende uitkomsten, zoals pijn, dagelijks functioneren, angst voor vallen en kwaliteit van leven. In een vervolgonderzoek dat in aantocht is, komt de focus meer op integrale zorg te liggen. We hebben nu gekozen voor patiënten met dementie. Deze patiëntengroep heeft vaak te maken met de huisarts, casemanagers dementie, wijkverpleging, etc.” In het onderzoek van Jessica is ook de patiëntenvereniging betrokken. “Daarnaast hebben we rapporten geïncludeerd met informatie over wat ouderen belangrijk vinden. Verder zijn we vooral gedoken in wat verpleegkundigen nodig hebben om uitkomsten te gaan gebruiken in het dagelijks werk.”
Leren en verbeteren
Het leren en verbeteren in de wijkverpleging kan worden gedaan volgens een learning healthcare system. “Je meet, analyseert, interpreteert data en doet interventies om vervolgens de cyclus opnieuw te doorlopen. We hebben in ons onderzoek opgehaald wat er in de praktijk nodig is. Zo zien we dat ECD’s(elektronische cliëntendossiers) nog niet dermate up-to-date zijn om gemeten uitkomsten ook duidelijk weer te geven. Het huidige classificatiesysteem geeft onvoldoende inzicht in patiëntenuitkomsten. Daarin moet iets veranderen, bijvoorbeeld door een dashboard te ontwikkelen. Als we willen leren en verbeteren met uitkomsten moeten we de stappen zetten naar analyseren. Dat kun je niet alleen bij de wijkverpleegkundige leggen. In ziekenhuizen heb je tegenwoordig ook chief (merging) nursing information officers, die gericht zijn op de IT- en data-kant van zorg. Die kwaliteiten hebben we ook nodig in de wijkverpleging.”
Naast uitkomsten meten kijkt Jessica ook naar de bekostiging in de wijkverpleging. “In de wijkverpleging wordt er gewerkt met fee for service. Je dient in welke zorg je levert, maar hierin is nog geen aandacht voor uitkomsten. “We moeten meer investeren in de wijkverpleging. Dat is ook wat ik in mijn proefschrift concludeer: als wijkverpleegkundige kun je veel waarde toevoegen voor de patiënt."
Op 21 maart 2024 van 10.15-11.15 verdedigt Jessica haar proefschrift “Advancing District Nursing Care: Enriching evidence, embracing outcomes, and evolving through continuous learning” in het Academiegebouw Utrecht, dit is online te volgen via deze link.