- Bregje van den Elzen, eerstelijns verloskundige bij Ode Verloskundigen en
- Claudia van Opstal, teammanager geboortezorg Rijnstate, inmiddels projectleider team zorgontwikkeling binnen Rijnstate.
Werkwijze Rijnstate
Rijnstate heeft 48 waardegedreven zorgketens waarin verschillende specialismen samenwerken om de zorg rondom een bepaalde aandoening zo goed mogelijk te organiseren. De belangrijkste pijlers zijn: multidisciplinair, de zorg zo goed mogelijk afstemmen (binnen en buiten het ziekenhuis), de patiënt betrekken in het zorgproces en uitkomsten meten die ertoe doen. Doel is continu passende zorg tegen acceptabele kosten. Claudia: ‘Voor het zorgpad zwangeren kregen we begeleiding en financiën om dit anders op te zetten. Het mooie van zelf ontwikkelen is dat je de gewenste situatie ook zelf kunt gaan creëren.’
De regio
De geboortezorg in de regio Arnhem – gebundeld in VSV Kracht - bestaat uit de coöperatie Opaal; dertien zelfstandige verloskundige praktijken, een vakgroep gynaecologie, KSV kraamzorg en Rijnstate afdeling Geboortezorg.
Uitgangspunten
Claudia: ‘De waarden die we geformuleerd hebben met de moederraad. De wens was continuïteit van zorg en goede informatie. Die continuïteit wilden we bereiken door de patiënt één keer haar verhaal te laten doen, het aantal verschillende zorgverleners te beperken en de benodigde zorg zoveel mogelijk dichtbij aan te bieden.’
Het tweede doel was om toekomstige ouders goed te informeren, met behoud van de eigen regie en met reële verwachtingen. Hiervoor is een combinatie van digitale hulpmiddelen en samen beslissen nodig (hybride zorg).
‘Patiënten willen continuïteit van zorg en goede informatie’
Werkwijze
‘Wil je een zorgpad succesvol optimaliseren, dat is het een vereiste dat je alle partijen erbij betrekt vanaf het begin’, weet Claudia uit ervaring. ‘De zorg begint immers niet in het ziekenhuis maar al veel eerder elders. Ook is het essentieel om meteen de moederraad te betrekken, op die manier kun je goed de patiëntwaarden definiëren. Voor geboortezorg is dat best gecompliceerd. Er zijn veel partijen met verschillende belangen. Een teammanager is dan heel prettig, iemand met een mandaat die over geld gaat.’ Er werd eerst een kernteam geformeerd voor de regie en coördinatie. Daarna volgde het zorgketenteam, met vertegenwoordigers van alle betrokken organisaties.
De veranderingen
De intake voor midden- of hoogrisico zwangere is verplaatst naar de eerstelijnsverloskundige. Voordeel is dat de zorg dichtbij huis opgestart kan worden en dat de zwangere na de bevalling, eenmaal weer thuis, de eerstelijnsverloskundigen al goed kennen.
Daarnaast werd er een MDO (multidisciplinair overleg) ingericht waar de vrouwen worden besproken op basis van door de kerngroep afgesproken indicaties. Zo worden de zwangeren waar al een duidelijk VSV protocol voor is niet besproken. Hierdoor kan men gericht casussen inbrengen ter bespreking zonder nodeloos stil te hoeven staan bij duidelijke indicaties. Bregje: ’Iedere zwangere in Arnhem e.o. komt in de 1e lijn op intake en voor de eerste echo. Dan maakt de eerstelijns verloskundige een risicoanalyse. Alle dertien verloskundige praktijken leveren voor het MDO de clientkaarten aan met een voorstel voor het zorgpad.’
Daarnaast werden er teams geformeerd met een verloskundearts, klinisch verloskundige en gynaecoloog en de poli zo ingericht dat patiënten zoveel mogelijk te maken krijgen met dezelfde zorgprofessionals.
‘Wil je een zorgpad succesvol optimaliseren, neem dan alle betrokken partijen vanaf het begin mee’
Obstakels onderweg
Claudia: ‘Een nieuw zorgpad ontwikkelen vraagt nogal wat van de deelnemers. In het begin kwam de kerngroep wekelijks bij elkaar. Het kost tijd en dus geld.’ Bregje: ‘Met elkaar samenwerken in de zorg blijkt niet altijd even vanzelfsprekend. Waar we soms dachten iets ‘snel af te tikken’ vroeg het meer tijd of andersom. Het proces verliep soms stroperig omdat we alle partijen, waaronder dertien praktijken met ieder een eigen visie, op één lijn moesten krijgen. Gelukkig kon veel overleg online waardoor het makkelijker was te combineren met mijn eigen rooster.’
Een nieuwe werkwijze vraagt soms een andere financiering. Als de intake teruggaat naar de eerstelijn dan scheelt dat de afdeling 25.000 euro per jaar, omdat de klinisch verloskundige minder mensen ziet. Gynaecologen gingen er ook op achteruit omdat er minder patiëntencontacten waren. Claudia: ‘Dan krijg je opmerkingen als; ‘dat kost mij geld’ of ‘moet ik iemand ontslaan? Er waren ook patiënten niet blij met iets wat wij bedachten, dan moesten we weer terug naar de tekentafel.’
Bregje: ‘Uiteindelijk is het belangrijk voor ogen te houden dat dit is wat de cliënt wil, we willen toch allemaal de beste zorg. Daarom wil je met elkaar doorpakken.’
‘Zwangeren hoeven nog maar één keer hun verhaal te vertellen’
Resultaten
Het nieuwe zorgpad draait nu een jaar, zwangeren worden standaard naar de eerstelijnszorg verwezen. Bregje: ‘Dat loopt heel goed, specialisten en huisartsen zijn goed op de hoogte. Bijna iedere zwangere geeft aan dit erg prettig te vinden. Zeker tijdens de eerste fase van intake en echo zijn er veel afspraken en is het prettig als dat dichtbij huis kan. Slechts een enkeling wil zo snel mogelijk door naar het ziekenhuis, en dat is ook prima.
Een zwangere heeft nu ook de mogelijkheid om maar één keer haar verhaal te doen, waarna ik het kan doorspelen naar de tweede lijn, dat kan ook alleen als je daarmee korte lijntjes hebt. Dat is ook winst. Je bouwt op deze manier een betere relatie op met de patiënt. Je kent ook de casus beter en dat maakt het makkelijker om in het kraambed in te spelen op mogelijke problemen.
De samenwerking met de tweedelijnszorg is verstevigd, je denkt meer samen na over de casus. Omdat we ook dichter bij de cliënt staan, zijn we beter in staat om de gewenste passende zorg te leveren.’
Rol Linnean
Claudia: ‘Onze procesbegeleider heeft bij Linnean heel veel informatie opgehaald en daar hebben we ons voordeel mee gedaan. Binnen Rijnstate hebben we bijvoorbeeld best practices besproken. Vooral het betrekken van patiënten bij de ontwikkeling van een zorgpad is essentieel.’
Toekomst
‘Je bent verplicht om het proces te blijven monitoren, anders is je zorgpad niet af’, stelt Claudia. ‘Een stukje borging en evaluatie hoort in het ontwerp.’ Bregje: ‘We monitorden eerst elk kwartaal en vanaf nu elk half jaar. Er gaat na een jaar draaien een enquête uit aan alle zorgverleners en er is er ook één enquête voor de moeders opgesteld. Na het inrichten en opstaren van het MDO zijn we ook verder gegaan met het ontwikkelen. We zijn net gestart met het nieuwe zorgpad rondom de nacontrole.’
13 tips voor een succesvolle optimalisatie van een zorgpad
De 13 tips van Claudia en Bregje:
- Zorg voor een goed mandaat (beslisbevoegdheid/financiën).
- Kies een voorzitter/procesbegeleider met overzicht, die boven de partijen staat en hete hangijzers durft te bespreken.
- Stel de patiënt altijd centraal; Wat wil deze?
- Neem alle betrokken partijen vanaf het begin mee in het proces.
- Houd rekening met de verschillende belangen van de deelnemers.
- Oordeel niet over elkaars werkveld.
- Wees bereid om verlies te incasseren.
- Stap over je ego heen.
- Bedenk: soms is kleine stappen maken beter voor de voortgang.
- Wees open en eerlijk over financiën/belangen.
- Geef een ‘no go’ duidelijk aan; kom met bruikbare alternatieven.
- Maak gebruik van elkaars kracht – schakel gerust anderen in voor de benodigde expertise.
- Neem de tijd voor zorgpadontwikkeling; of er consensus/draagvlak is kun je niet altijd vooraf inschatten. Een jaar uittrekken is zeker niet gek.