Hester vertelt wat we van de werkgroep kunnen verwachten en hoe dat samenhangt met haar expertise op het gebied van het meten van kwaliteit van zorg.
Hester promoveerde in 2010 op het meten van kwaliteit van zorg op basis van uitkomsten. In 2022 werd ze benoemd tot hoogleraar in de medisch besliskunde. “In de medische besliskunde houden we ons bezig met het zo goed mogelijk informeren van beslissingen in de gezondheidszorg, op beleidsniveau maar in ons geval met name op het niveau van de individuele patiënt. Dat doen we in mijn onderzoeksgroep met name door kwantitatief onderzoek, bijvoorbeeld de ontwikkeling van prognostische modellen. Ook evalueren we de effectiviteit van behandelingen ten behoeve van richtlijnen voor artsen.“
PRO’s leveren data op
Op het vlak van uitkomsten - in de context van waardegedreven zorg - zijn we in de Nederland steeds meer richting patiëntgerapporteerde uitkomsten (PRO’s) gegaan, vertelt Hester. “Dat levert veel data op. Tegelijkertijd rijst de terechte vraag: hoe gebruik je die uitkomsten om je zorg te verbeteren, met name op geaggregeerd niveau?” De personen die met geaggregeerde data aan de slag willen voor kwaliteitsverbetering zijn vaak zorgprofessionals die binnen hun vakgroep verantwoordelijk zijn voor kwaliteitsverbetering, of die zijn aangesloten bij landelijke kwaliteitsregistraties: zorgprofessionals met een extra taak. Hester: “Maar het zijn zeker niet altijd artsen die met dit soort informatie aan de slag gaan, ook bijvoorbeeld kwaliteitsmanagers. Het zou ook interessant zijn om die aan boord te hebben in de werkgroep. Ook het perspectief van datamanagers - zij sleutelen aan de achterkant aan de EPD’s (elektronische patiëntendossiers) - is interessant: welke data verzamel je nu al en welke aanvullende informatie kun je in een ziekenhuis ophalen?”
Opdracht werkgroep
Hoewel de werkgroep nog gevormd wordt, is voor Hester en Philip van der Wees (mede-voorzitter van de werkgroep) het eerste concrete doel van de werkgroep helder: “We willen een zakboekje ontwikkelen om mensen meer praktische handvatten te geven om te leren uit (uitkomsten)data. Het boekje moet een hulpmiddel worden voor statistische en epidemiologische vragen, zoals: wanneer is het zinvol om uitkomsten te gebruiken voor verbeteracties? Hoeveel patiënten heb je bijvoorbeeld minimaal nodig om überhaupt een conclusie te kunnen trekken? Als je een verbeteractie inzet, is het dan realistisch dat je een verschil in uitkomsten kan detecteren? Daarover is al heel veel bekend uit, onder andere ons eigen, kwaliteit van zorg-onderzoek. Dat gaat met name over uitkomsten gerapporteerd door professionals, maar de kennis is net zo toepasbaar op PRO’s. Daarom willen we die literatuur vertalen naar concrete adviezen. Op het moment dat je uitkomsten gaat meten, weet je dan überhaupt aan welke knoppen je kunt draaien om die uitkomsten te verbeteren? En wat als je van enkele tientallen patiënten per jaar data hebt, kun je dan niet beter op een andere manier kijken naar het verbeteren van zorg dan door data-analyse?” Naast het maken van het zakboekje, wil Hester in een volgende fase met de werkgroep best practices verzamelen. “Voorbeelden van hoe je uitkomsten kunt gebruiken voor de verbetering van kwaliteit van zorg. Dat kan één-op-één met de patiënt en op geaggregeerd niveau - of je nu kijkt naar uitkomsten binnen de vakgroep, de vergelijking maakt binnen een samenwerkingsverband of geheel transparant benchmarkt met kwaliteitsregistraties. We willen met de werkgroep helder krijgen wat de basisvoorwaarden zijn om op geaggregeerd niveau te leren van uitkomsten - zowel intern als extern. De volgende stap is om in Nederland initiatieven op te zetten waarmee daadwerkelijk verbeteren mogelijk wordt. Door die initiatieven vervolgens weer te evalueren, kunnen we op langere termijn naar nog meer succes- en faalfactoren voor het gebruik van uitkomsteninformatie.”
Kennis om handvatten te bieden
“Ik heb altijd met een kritische blik naar waardegedreven zorg gekeken”, sluit Hester af. “Dat is de reden dat ik tot nu toe niet zoveel bij Linnean heb gedaan. Hoewel het goed is om iemand te hebben die niet alleen de voordelen ziet, maar ook de beren op de weg, gaf het me niet zoveel energie om altijd die criticus te zijn. In de spreekkamer - op individueel niveau - is er veel te doen met uitkomsten, maar op geaggregeerd niveau steken allerlei epidemiologische problemen de kop op. De afgelopen jaren ging de meeste aandacht naar het meten an sich, het selecteren van vragenlijsten en het implementeren daarvan. Nu er steeds meer data beschikbaar komen, is men zoekende hoe die te gebruiken voor wat uiteindelijk het doel is van uitkomstgerichte zorg: uitkomsten verbeteren. Ik heb de kennis om handvatten te bieden in die zoektocht. Die kennis zet ik graag in voor de werkgroep.”
De eerste bijeenkomst van de werkgroep Data (on) mogelijkheden is maandag 2 oktober van 15:00-16:00 uur. Wil je aan ?door je interesse hier aan te geven.