Deze data worden gebruikt voor inzicht in de kwaliteit van prothesen en de orthopedische zorg. Daarnaast is het mogelijk om – in het geval van een calamiteit – de prothese (via het ziekenhuis) te herleiden naar de patiënten bij wie deze prothese is geplaatst. Geke Denissen is manager bij LROI en geeft ons een inkijkje.
Wat doet u bij de LROI?
In 2012 ben ik bij de LROI begonnen als projectcoördinator. Tussen 2012 en heden heb ik de huidige constructie mede mogen opzetten. Vanaf die tijd heeft de Nederlandse Orthopaedische Vereniging de registratie verder geprofessionaliseerd. De database werd uitgebreid (bijvoorbeeld andere gewrichten en het toevoegen van patiënt gerapporteerde uitkomsten (PROMs)) en er volgden jaarverslagen. Verder voegden we een dashboard toe. Deze uitbreiding zie je ook terug in het team. Inmiddels werken we met zes collega’s: drie onderzoekers, één datamanager, één secretariële medewerker en ik als manager.
Hoe is de LROI gestart ?
Tot 2007 was er weinig inzicht in welke prothesen gebruikt werden door orthopeden en welke verschillen er waren in revisiepecentages tussen de prothesen. Als je dit wilt weten, moet je bijhouden wat er gebeurt en de resultaten meten. Hiervoor is een langlopende registratie nodig. Sommige verschillen zie je namelijk pas na 10 of 15 jaar terug. Daarnaast was er grote behoefte aan het traceerbaar maken van deze prothesen. Data uit de LROI heeft een signaleringsfunctie. Als een prothese bij veel patiënten binnen enkele jaren reviseert, dan zien wij dat terug in onze gegevens. In het geval van een calamiteit kunnen we 100 procent van de geregistreerde prothesen herleiden naar de patiënten bij wie deze prothese is geplaatst. Wij stellen de zorgaanbieders op de hoogte. Zij kunnen zo nodig de patiënten terugroepen. In 2007 startten we met de registratie van de knie- en de heupprothesen.
Eenmalig verzamelen, meervoudig gebruik
Wij werken mee aan een pilot van het programma ‘Registratie aan de bron’. In dat programma brengen we de datastroom in kaart, evalueren we de dataset van de LROI en mappen we de variabelen op de Zorginformatie Bouwstenen. Het doel is om informatie die al in het elektronisch patiëntendossier (EPD) wordt vastgelegd, nogmaals te gebruiken in de LROI. Dat voorkomt dubbelregistratie.
Ziekenhuizen die al elektronisch bij ons aanleveren via een batch upload uit het EPD, kunnen dat doen via onze data broker. Deze geeft direct feedback op het aangeleverde bestand. Het is mooi om te zien dat ziekenhuizen er door de feedback achter komen dat bepaalde gegevens in hun eigen EPD missen. Dat is een win-winsituatie. Ziekenhuizen registreren zorgvuldiger in het eigen EPD en kunnen deze data ook hergebruiken voor de LROI.
Voor ziekenhuizen die nog wel handmatig in de LROI registreren, hebben we een barcodescanner beschikbaar gesteld. Wij zijn er trots op dat de LROI de eerste implantatenregistratie in de wereld was die het scannen van barcodes mogelijk maakte. Ziekenhuizen hoeven voor de registratie van het implantaat dus niet meer de nummers over te tikken, maar kunnen deze scannen. Dit voorkomt invoerfouten, frustratie en levert veel tijdwinst op.
Voor welke toepassingen worden de LROI-data momenteel gebruikt?
Op dit moment hebben we een aantal toepassingen waardoor we de patiëntveiligheid en de kwaliteit van de orthopedische zorg verbeteren. Dit zijn de procedure uitkomstenanalyse NOV (outlier procedure), kwaliteitsrapporten, rapporten voor leveranciers, het LROI-dashboard en internationaal samenwerking via de NORE (Network of Orthopaedic Registries) en ISAR (International Society Arthroplasty Registries).
De outlier procedure, wat houdt dat in?
Deze procedure bestaat inmiddels drie jaar. Ieder jaar kiezen we een uitkomstmaat die we vergelijken tussen ziekenhuizen. Het ene jaar is dat 1-jaars revisie van de heup en het andere jaar is dat bijvoorbeeld 3-jaars revisie van de knie. Na het volledig analyseren van de data en het bekijken van verschillen in kenmerken van patiënten, specialisten, prothesen etc., worden de resultaten besproken in de Commissie Kwaliteit van de NOV. De procedure is geheel anoniem, totdat we daadwerkelijk uitschieters, ‘outliers’, ontdekken. Het betreffende ziekenhuis of de protheseleverancier krijgt dit rapport toegestuurd en ontvangt actieve feedback. Dit gebeurt door een subcommissie, die de resultaten met de vakgroep bespreekt. Een veelvuldig gehoorde eerste reactie is: de LROI-data kloppen niet, wij zijn geen uitschieter. Maar als ze de data verder samen onderzoeken, gaan ze patronen herkennen. Bijvoorbeeld, toen is de orthopeed overgestapt naar het gebruiken van een andere prothese, of toen heeft een patiënt meegedaan aan een bepaald onderzoek. Gaandeweg krijgen orthopeden vertrouwen en zijn ze enthousiast om aan de slag te gaan met verbeterplannen. Zo kun je met elkaar de zorg echt verbeteren. In onderstaande video wordt er meer uitgelegd.
Welke informatie bevat een kwaliteitsrapport?
De LROI genereert dagelijks automatisch kwaliteitsrapportages waarin de uitkomsten van een organisatie-overzichtelijk in een pdf weergegeven wordt. Het is een benchmark-rapportage over de datakwaliteit (compleetheid, validiteit variabelen en protheses en PROMs respons), het revisiepercentage van een totale heupprothese binnen één jaar en het revisiepercentage voor totale knieprothese binnen 1 en 3 jaar en welke factoren verschillen verklaren. Dit zijn bijvoorbeeld kenmerken van de prothese, kenmerken van de patiënt (geslacht, leeftijd, diagnose, ASA-score, Charnley-score, BMI en roken), de specialist, de revisie-ingreep (moment en kenmerken) en de datakwaliteit. Bekijk hieronder een video over deze rapportages.
Wat is een LROI Evaluation Report ?
Protheseleveranciers kunnen data opvragen waarmee ze aantonen of hun gewrichtsprothese goed werkt. Hiervoor bestaat een ODEP-classificatie. Deze classificatie is gebaseerd op het percentage prothesen dat 3, 5, 7 of 10 jaar zonder problemen in een grote groep patiënten zit. Een 5A betekent goede 5-jaars scores. Een prothese die net op de markt is, kan uiteraard maar voor enkele jaren data tonen, terwijl een prothese die al langer op de markt is, al wel de 10 jaar data heeft. Innovatie blijft zo mogelijk, maar wel op een gecontroleerde manier.
Voor een ODEP-classificatie kan geaggregeerde data uit de LROI gebruikt worden. Leveranciers vragen hiertoe een LROI Evaluation Report aan. Ook als leveranciers de eigen implantaten om een andere reden willen bekijken, kunnen zij een aanvraag indienen. De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) beoordeelt de aanvraag en het LROI-bestuur keurt de aanvraag goed, dan wel af.
Hoe ziet jullie dashboard eruit?
Het dashboard geeft feedback over de geregistreerde data binnen de LROI. Het is een verlengde van de kwaliteitsrapporten. Naast informatie op het niveau van de zorgaanbieder, kunnen zorgaanbieders de data per ingreep en specialist bekijken. Op dit moment bouwen we aan een nieuw dashboard. Dit dashboard wordt in september 2020 operationeel. Het is intuïtief en er komen een aantal elementen in terug: beschrijvende gegevens (bv aantallen), overleving, de datakwaliteit (compleetheid), patiëntkenmerken en PROMs. We brengen het dashboard op verschillende manieren onder de aandacht. Er zijn drie NOV-congressen per jaar en we hebben een webinar opgenomen, maar de arts het dashboard met regelmaat te laten gebruiken is en blijft een uitdaging. We onderzoeken momenteel hoe we dit kunnen bevorderen. Door het dashboard toegankelijker en intuïtiever te maken, resulteert hopelijk in een toename in gebruik. Bekijk de video over het dashboard dat tot juli 2020 gebruikt werd.
Op welk resultaat bent u het meest trots?
Het meest trots ben ik op de Procedure uitkomstanalyse NOV, ook wel de outlier procedure genoemd, en de adviezen die de NOV geven naar aanleiding van de data. In 2012 heeft de NOV een advies gegeven om een bepaalde prothese (metaal-op-metaal (MoM) heupprothese) niet meer te plaatsen omdat deze slechtere resultaten (hogere kans op revisies) gaf dan andere prothesen (zie figuur 1). Recentelijk heeft mijn collega Liza van Steenbergen een onderzoek gepubliceerd waarin we het advies nogmaals hebben geëvalueerd. Ook na 5 en 7 jaar bleken de scores slechter. Het is mooi om een advies te kunnen ondersteunen met data. Zo zie je dat wat begint met het inkloppen en registreren van data en het vervolgens vergelijken van data, leidt tot het verbeteren van de kwaliteit van zorg.
Wat is uw belangrijkste tip aan anderen?
Begin klein en groei gaandeweg. Er komen bij LROI veel belangstellenden langs om te kijken hoe wij werken. Mijn ervaring is: stel in het begin niet te veel eisen. Registraties moeten groeien. Het belangrijkste is dat de registratie compleet is. Hiermee bedoel ik dat iedere patiënt geregistreerd wordt. Inmiddels hebben we 70.000 registraties per jaar. Daar pluk je later de vruchten van en dan kun je kennisvragen beantwoorden. Dit geldt ook voor de PROMs. Gaandeweg kun je feedback geven. Dit maakt registraties waardevol.
Contact?
Geke Denissen | Manager LROI | gdenissen@orthopeden.org
Figuur 1: Evaluatie van NOV-Advies metaal-op-metaal (MoM) heupprothese)
Meer lezen?